Misschien heb je er al eens over gehoord: veel kinderen komen bij een echtscheiding in een loyaliteitsconflict. Wat betekent dat nu eigenlijk?
Trouw
Loyaliteit is een ander woord voor trouw. Kinderen zijn trouw aan hun ouders en die trouw komt voort uit het feit dat het kind uit beide ouders is geboren. Een gemeenschappelijke oorsprong en erfenis vormen een niet te vervangen band tussen gezinsleden en tussen familieleden door de generaties heen. Een kind hoort op een diep niveau bij beide ouders.
Innerlijke strijd
Een loyaliteitsconflict is een innerlijke strijd die kinderen voeren omdat ze het gevoel hebben niet trouw te kunnen of te mogen blijven aan beide ouders. De band met een van de ouders wordt ontkend, doordat het kind niet vrijelijk van die ouder mag houden, en dat kan grote schade berokkenen aan de ontwikkeling van het kind.
Een kant kiezen
Als de ouders ruzie hebben, voelt dat voor kinderen als een soort spanning. Het kind kan deze spanning niet verdragen en hij wil er iets aan doen. Een kind gaat zich dan automatisch afvragen waar zijn voorkeur ligt. Wie vind hij de liefste? En als je de ene het liefste vindt, betekent dat automatisch dat je de ander minder lief vindt. Dat maakt angstig, doet pijn en is verwarrend.
Als een kind duidelijk voor één kant kiest voelt het zich wanhopig, omdat de keuze van de ene ouder altijd wil zeggen dat hij niet voor de andere ouder kiest. Het voelt alsof hij die ouder in de steek laat.
Identiteitsconflict
Daarnaast gaan kinderen twijfels over zichzelf krijgen. Een kind identificeert zich met beide ouders; dat wil zeggen een kind voelt dat hij als persoon een deel van zijn vader en een deel van zijn moeder in zich draagt. Een kind bestaat als het ware voor de helft uit de vader en voor de andere helft uit de moeder. Een loyaliteitsconflict betekent dus altijd dat het kind ervaart dat een stuk van hemzelf wordt ontkend of wordt afgewezen. Het kind krijgt een identiteitsconflict.
Zelfbeeld
Als een ouder de andere ouder zwart maakt ervaart een kind dat er in hem iets zit wat lelijk, onbetrouwbaar en niet goed genoeg is. Een kind identificeert zich het meest met de ouder waar hij qua uiterlijk of qua karakter het meest op lijkt. Als het kind veel op de ‘slechte’ ouder lijkt, voelt een kind dat hij of zelf ook ‘slecht’ is. Kinderen betrekken kritiek van de ene ouder op de andere op zichzelf. Het voelt als kritiek op hun eigen persoon en hun gevoel van eigenwaarde wordt aangetast. Als je de andere ouder zwart maak, maak je je eigen kind zwart.
Echtscheiding Nijmegen